Boetes overtreding van wet op de rijksregisters

De wet bepaalt dat inbreuken op de wetgeving rijksregisters of van de uitvoeringsbesluiten worden gestraft met een geldboete tot 500 euro. Het gaat hier om strafrechtelijke geldboetes, wat betekent dat deze bedragen nog vermeerderd moeten worden met de opdeciemen, dus maximaal tot 3000,- euro. Voor misdrijven gepleegd vanaf 1 januari 2012 komen de opdeciemen neer op een vermenigvuldiging met 6.
Betreft het sanctioneren van domiciliefraude kan de Belgische overheid de burger zowel administratief als strafrechtelijk aanpakken:
– administratief; de overheid kan een inschrijving van ambtswege uitvoeren, zonder dat de burger er om verzoek wijzigt men bij de bevolkingsdienst de vermelding in de rijksregisters, dit kan bijvoorbeeld in toepassing bij een burger die zelf geen actie onderneemt inzake aangifte adreswijziging. Het is niet uitzonderlijk dat diegene die onderdak verschaft aan iemand vervolgens tot zijn verbazing moet vaststellen dat de persoon aan wie men onderdak verschaft plots blijkt te zijn ingeschreven door de bevolkingsdienst (dus zonder dat iemand van de betrokken burgers zelf enige stappen ondernam naar de bevolkingsdienst) Dat kan uiteraard heel nare gevolgen hebben… Via deze administratieve aanpak wordt bij de Belgische overheid vooral gestreefd naar het correct houden van de registers. Het is voor diegene die het onderdak heeft verschaft niet altijd eenvoudig om deze inschrijving van ambtswege ongedaan te maken.
– strafrechtelijk; de overheid kan anderzijds via de voorzieningen binnen de wet op de bevolkingsregisters & uitvoeringsbesluiten ook strafsancties voor elke burger opleggen die de bepalingen van de wet niet volgt.
Het verbaliseren van het misdrijf domiciliefraude heeft als doel te komen tot strafrechtelijke vervolging, niet alleen voor wat betreft de personen die de domiciliefraude plegen maar ook met inbegrip van de hulpverlenende personen – secundaire fraudeurs – die bijdragen aan het mogelijk maken van de domiciliefraude. (= strafrechtelijke aanpak).
Het feit dat domiciliefraude als wanbedrijf is opgenomen in de wet op de bevolkingsregisters leidt ertoe dat bij de opsporingshandelingen de regels van het strafrechtelijk onderzoek en de algemene beginselen van het strafrecht van toepassing zijn (Strafwetboek en Wetboek van Strafvordering).
We kunnen met zekerheid stellen dat men de laatste jaren steeds minder aanbod leest wat betreft ‘huur van domicilie adres’ omdat meer en meer gekend is dat er zware risico’s aan verbonden zijn voor huurder en verhuurder.
Binnen immobiliënkantoren is men vaak bang voor het destructieve karakter van een correctionele vervolging. Ook talrijke privéeigenaars van goedkope panden worden weinig vrolijk van de risico’s en verhuren liever aan een ander doelpubliek dan het risico op juridische ongein en strafzaken, het verbeurdverklaren van hun pand.
Extra sancties voor sociale huurder:
Artikel 102bis van de Vlaamse Wooncode voorziet in eigen sancties voor sociale huurders die domiciliefraude plegen, enerzijds kan een administratieve geldboete worden opgelegd aan de huurder die domiciliefraude pleegt, de administratieve geldboete opgelegd door de toezichthouder kan gaan tot 5.000 euro. Er is mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij de burgerlijke rechtbank.
Anderzijds wordt domiciliefraude in de sociale huur door artikel 102bis, § 9 van de Vlaamse Wooncode ook omschreven als een misdrijf. Wie domiciliefraude pleegt, kan worden gestraft met een gevangenisstraf tot drie maanden of een werkstraf tot een duur tijd van 250 uren, een geldboete tot 500 euro. Op basis van deze strafmaat is het duidelijk dat het hier – net zoals bij inbreuken op de wet over de bevolkingsregisters – over een wanbedrijf gaat.
Correctionele vervolging wegens domiciliefraude in de sociale huur behoort principieel tot de bevoegdheid van het parket van de procureur des Konings. Bij samenhang met sociale fraude, wordt het arbeidsauditoraat eveneens bevoegd.
Indien de domiciliefraude inhoudt dat de sociale huurder zijn hoofdverblijfplaats niet had op het adres waar hij stond ingeschreven in de bevolkingsregisters, wordt eveneens een inbreuk gepleegd op de wet over de bevolkingsregisters. Het gaat dan over eendaadse samenloop, waardoor op basis van artikel 65, eerste lid van het Strafwetboek één straf wordt opgelegd, nl. de zwaarste.
