Onschendbaarheid van de woning, eerbiediging van het privéleven, een loos begrip in België

De politie die controle doet van een woning, de hoofdverblijfplaats vaststelt, dat kan in de praktijk onmogelijk zonder de woonst en de privacy van de burger te penetreren. Immers, een diepgaande woonstcontrole houdt in dat ter plaatse wordt vastgesteld of (i) de burger op die plaats wordt aangetroffen in een toestand die aanneembaar de hoofdverblijfplaats blijkt te zijn en zo ja vervolgens, (ii) in welke gezinssamenstelling betrokkene daar woont. Volgens de Belgische overheid en haar vertegenwoordigers moet de overheid om deze informatie te bekomen de woning betreden en intern de woning en haar bewoner onderwerpen aan de appreciatiemarge van de bevoegde ambtenaar. Volgens de overheid levert een vaststelling aan de deur onvoldoende elementen op om een beslissing te nemen wat betreft de reële hoofdverblijfplaats van de betrokkene.
In die omstandigheden rijst zeer terecht onmiddellijk de vraag naar de bevoegdheid van de vaststellende ambtenaar tot het betreden van de woning, dit gelet op de onschendbaarheid van de woning zoals gegarandeerd door artikel 15 van de Grondwet en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven zoals gegarandeerd door artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het EVRM. Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden – Verdrag van 4 november 1950, afgesloten te Rome.
Maar voor de Belgische overheid is er – zoals gewoonlijk wanneer de mensenrechten in België worden geschonden – alweer geen vuiltje aan de lucht. Zoals men binnen België de toepassing van het Salduz Arrest in zijn praktische toepassing liet herleiden naar een ‘Belgische versie’, een versie waarbij de room werd herleid naar verdunde melk. Zo ook hier het disrespect voor het privéleven van de burgers, de Belgische overheid kiepert alweer op slinkse wijze de mensenrechten door de venster.
Volgens de rechtspraak van de Raad van State is de woonstcontrole – waarbij politie ongevraagd binnenkomt in de persoonlijke levenssfeer van de burger – geen onverantwoorde inmenging in het privé- of het gezinsleven. RvS 29 juni 1987, nrs. 28.257 en 28.258, Arr.RvS 1987, 50.
Volgens overheidsvertegenwoordigers is het Arrest van hun Raad van State correct aangezien zowel artikelen 15 en 22 van de Grondwet als artikel 8 van het EVRM voorziet in mogelijkheden om de bescherming van het privé- en het gezinsleven in te perken indien deze beperkingen bij wet worden vastgelegd en ‘noodzakelijk’ zijn in een democratische samenleving.
Dus wat doet de Belgische overheid, men neemt op listige wijze die beperkingen op in haar wetten met als reden, ‘noodzaak’ voor de Belgische democratie. We kunnen u als lezer veel positief vertellen over het Belgisch beleid en het systeem maar achter de window dressing van de Belgische ‘democratie’, meer dan een pseudorechtstaat & pseudodemocratie is het absoluut niet.
Inzake de woonstcontrole wordt dus voorzien door de wet over de bevolkingsregisters, dit is volgens de Belgische overheid noodzakelijk om de accuraatheid van de bevolkingsregisters te garanderen, waarbij de informatie in de bevolkingsregisters de basis vormt van het sociaal en fiscaal Belgisch systeem.
De politie heeft volgende de Belgische weten geen schriftelijke of voorafgaande toestemming nodig om de woning te betreden omdat de vaststelling van woonstplaats geen huiszoeking is. Het betreden van de woonst door de politie kadert ‘eenvoudig’ in opdracht van bestuurlijke politie en niet in een opdracht van gerechtelijke politie. Door het kind deze naam te geven wist men de Huiszoekingswet van 7 juni 1969 dus listig te omzeilen zodat ze niet van toepassing is op de woonstcontrole. Van Belgische overheidscreativiteit gesproken…
In theorie kan de burger natuurlijk bij z’n deur aan de politie meedelen dat hij het betreden van zijn woonst niet op prijs stelt en waarde hecht aan de eerbiediging van zijn privé & gezinsleven. Mogelijk kan betrokkene rekenen op begrip bij de politie die daar vrede mee neemt en volgt bij de bevolkingsdienst een positief verslag betreft de bepaling van hoofdverblijfplaats.
Maar in de praktijk bestaat er veel kans dat de vaststellende politie beambte er op staat om te worden binnen gelaten in de woning; de vaststellende ambtenaar kan zich geen gedwongen toegang tot de woning verschaffen. Indien echter de vaststellende ambtenaar de toegang geweigerd wordt, zal hij niet kunnen vaststellen dat de betrokkene effectief zijn hoofdverblijfplaats heeft op dat adres en zal de politiebeambte geen positief advies aan de gemeente geven. De vaststellende ambtenaar zal de betrokken burger op de hoogte stellen van de gevolgen van zijn weigering om hem de woning te laten betreden. De burger zal dus ‘vrijwillig’ toegang moeten verlenen indien men wil worden ingeschreven.
Tijdens het woonstonderzoek kan de politie ook bijkomende bewijzen vragen aan de betrokken burger en bij de buren navraag gaan doen betreft de ‘nieuwe’ bewoner. (een optimist zou zeggen kosten nog moeite word bij de Belgische overheid gespaard voor wat betreft de veiligheid en bescherming van de samenleving)
In de praktijk zal de discretionaire macht van de ambtenaar, de groot orde van zijn appreciatiemarge bij het al dan niet tot stand komen van een positief verslag bij de bevolkingsdienst sterk beïnvloed worden à la tête du client.
Tijdens de burger zijn aanvraag om registratie in de rijksregister spelen natuurlijk ook de feiten die heersen tijdens de lopende periode. In theorie mag het niet & kan het niet maar uit ervaring weten we, niet onverschillig blijken de ambtenaren voor het verleden van de burger, zaken zoals de burger zijn huidige status binnen de rijksregisters. Is er in het verleden of op het moment van aanvraag tot adres wijziging een vermelding van ambtelijke schrapping dan word dat vaak met argusogen bekeken. Verder heeft ook het beeld van het ANG politie rapport een invloed op de politie beambte. Een burger die met een schrapping van ambtswege staat, een seining, schrappingen van ambtswege in het verleden, een kleurrijk ANG rapport, al dit soort ‘kleurrijke feiten’ zet een negatieve indruk neer bij de meeste politie beambte en vraagt om meer aandacht bij de ‘beoordeling door hun ambt’. Nogmaals het zou allemaal geen rol mogen spelen maar woonstcontrole en macht over de rijksregisters is mensenwerk….
